We zijn lesbiennes op het autismespectrum – Stop met ons te vertellen dat we mannen moeten worden

J. Peters – 23 januari 2022  –  leestijd 13 minuten

Als er ooit iemand beantwoordde aan de definitie voor een trans-kind, dan was ik het. Laten we eens kijken naar de DSM-5 richtlijnen en de diagnostische definitie van genderdysforie, gevolgd door beschrijvingen van mijn eigen ervaring:

Een sterk verlangen om van het andere geslacht te zijn of erop staan dat men het andere geslacht is.

Toen ik op de kleuterschool zat, belde mijn lerares naar huis om haar ernstige bezorgdheid uit te spreken want ik was in de war zei ze, omdat ik zo aandrong om in de jongensrij te staan om naar het toilet te gaan. Tot ver in mijn puberteit deed ik veel moeite om “door te gaan” als een jongen. Ooit werd ik eens berispt omdat ik naar het vrouwentoilet ging, maar dat vond ik leuk en beschouwde het als een teken van mijn succes.

Een sterke voorkeur voor het dragen van kleding die typisch is voor het andere geslacht.

Toen ik in de eerste klas zat, weigerde ik mijn haar lang te dragen of iets anders aan te trekken dan een spijkerbroek en een poloshirt, of iets dergelijks. Deze “fase” duurde tot mijn laatste jaar van de middelbare school, toen ik eindelijk besefte (na een lange en moeilijke puberteit) dat ik dit wel moest accepteren.

Een sterke voorkeur voor sekse-overschrijdende rollen in een scherts- of fantasiespel.

Ik had een rijke interne fantasiewereld waarin ik me voordeed als mannelijke personages uit mijn favoriete boeken en films. Tussen mijn zesde en zestiende verkleedde ik me elk jaar met Halloween als een mannelijke personage. Als ik me voorstelde dat ik omging met mijn vrienden of de kinderen op school, zag ik mezelf altijd als een jongen. Zelfs nu nog, als ik mezelf voorstel, zie ik vaak onwillekeurig een man.

Een sterke voorkeur voor het speelgoed, de spelletjes of de activiteiten die stereotiep door het andere geslacht worden gebruikt of beoefend.

Mijn favoriete speelgoed waren actiefiguren, dinosaurusfiguurtjes, sportuitrusting en nepwapens.

Een sterke voorkeur voor speelkameraadjes van het andere geslacht.

Al mijn gekozen vrienden waren jongens. De meisjes maakten me bang, ze leken altijd in een soort geheime taal te communiceren.

Een sterke afwijzing van speelgoed, spelletjes en activiteiten die typisch zijn voor het toegewezen geslacht.

De enige keer dat ik een Barbie-pop had, heb ik die binnen het uur nadat ik haar uit de verpakking had gehaald, ‘in Dexter-stijl’ uit elkaar gerukt – een signaal aan mijn ouders dat klassiek-vrouwelijk speelgoed voor mij onaanvaardbaar was.

Een sterke afkeer van iemands seksuele anatomie.

Toen mijn borsten begonnen te groeien, begon ik sportbeha’s te dragen die een maatje te klein waren, in een pijnlijke poging mijn borst plat te krijgen. Deze “fase” duurde tot ik afstudeerde aan de universiteit.

Een sterk verlangen naar de fysieke geslachtskenmerken die overeenkomen met iemands ervaren geslacht.

Zolang ik me kan herinneren, heb ik naar goed geklede mannen gestaard en mannensites doorgespit, niet omdat ik die mannen seksueel aantrekkelijk vond, maar omdat ik zo wanhopig graag zoals hen wou zijn. Een mooie platte borst hebben, smalle heupen, en een sterke kaaklijn. Lange, krachtige armen en benen, en donkere stoppels op mijn gezicht. Ik wou dat ik in een beter lichaam was geboren, een lichaam dat zich nooit tegen mij zou keren en niet  zou bloeden op een slecht moment. Eentje waarmee ik me gracieuzer door de wereld zou kunnen bewegen, niet gehinderd door mannelijke aandacht of door mijn eigen lichamelijke onbeholpenheid. Een die aantrekkelijker zou zijn voor andere vrouwen. Ik ben nog niet uit deze “fase” gegroeid. Ik betwijfel of ik dat ooit zal doen.

Tienermeisjes
Er zijn er waarschijnlijk veel van jullie die dit lezen, en mee knikken. Waarschijnlijk zijn velen van jullie tienermeisjes of jonge vrouwen van mijn leeftijd. Anderen, waarschijnlijk tienerjongens of jonge mannen in de twintig, hebben waarschijnlijk het gevoel dat deze lijst perfect op hen van toepassing zou zijn, als de sekse- en genderrollen maar waren omgedraaid. Je identificeert je misschien als trans, of niet-binaire, of op zijn minst gender-questioning.

En ik neem het je niet kwalijk. Toen ik voor het eerst de DSM-5 richtlijnen ontdekte, was dat verbijsterend, zozeer zelfs dat het een van die momenten is die zich voor altijd in mijn geheugen geprent hebben. Ik herinner me nog waar ik was, wat ik aanhad, en de exacte textuur van de steen die in mijn schoen vastzat.

Persoonlijk
Dit is waarschijnlijk waar mijn persoonlijke verhalen en die van mijn lezers beginnen te verschillen. Terwijl hun reacties bij het lezen van deze richtlijnen, of het ontdekken van een trans-internet forum, of het stuiten op een trans-groep op school, waarschijnlijk er een was van opluchting omdat ze eindelijk een “antwoord” hadden gevonden, kon het voor mij nooit zo eenvoudig zijn. De analytische raderen van mijn hersenen begonnen te draaien, me afvragend hoe iets zo gewoons als een tomboy een psychiatrische diagnose kon worden.

Natuurlijk, zoals de scherpzinnige lezer zal opmerken, was ik veel meer dan een gewone tomboy. Maar laten we daar even een punt achter zetten. Ik beloof dat we er op terug komen.

Het zit zo: ik werd gered door de genade van het te laat ontdekken van dit fenomeen. Ik was toen 20 jaar oud en had al manieren gevonden om met mijn zogenaamde genderdysforie om te gaan, zonder dat ik een levenslange farmaceutische patiënt werd of dat ik mijn toch al kwetsbare lichaam aan meer en meer onnodige operaties moest onderwerpen.

Patiënt
Zie je, zelfs toen ik 20 was wist ik wat dat betekende op een manier die de meeste mensen niet weten. Ik was al een levenslange farmaceutische patiënt die al meerdere (niet gerelateerde) invasieve en schadelijke operaties had ondergaan door factoren waar ik geen controle over had. Het idee dat iemand dit zichzelf zou aandoen – of erger nog, hun kind – voor de eenvoudige zonde van het niet voldoen aan de gendernormen in het Jaar van Onze Heer 2016, ging mijn begrip te boven. (Als je denkt dat ik hierdoor gestoord was, kun je je mijn ontzetting voorstellen toen ik niet veel later de “Body Integrity Identity Disorder” ontdekte).

Psychiater
Dus begon ik er stilletjes over na te denken, voorzichtig mijn teen in deze wateren te steken met degenen die ik op school als gelijkgestemden beschouwde. Ik was blij om al snel te horen dat de trans-gemeenschap de DSM-5 richtlijnen eigenlijk maar niks vindt, en dat trans zijn “veel gecompliceerder is dan dat”, volgens een van mijn bijzonder wakkere vrienden in die tijd. Ik dacht dat zij wel zagen zoals ik het zag, dat de psychiaters het bij het verkeerde eind hadden.

Fantasie
Die fantasie was van korte duur: Ik realiseerde me al snel dat de trans-gemeenschap op de campus de richtlijnen niet haatte omdat ze te breed waren, maar omdat ze blijkbaar te eng waren en levensreddende medische interventies onthielden aan een toch al kwetsbare bevolkingsgroep. En de nadruk lag hier op medische ingrepen, d.w.z. puberteitsblokkers, hormonen en operaties. Het viel me op dat deze mensen zich niet bezig leken te houden met een daadwerkelijke psychologische behandeling.

Onderzoek
De volgende twee jaar deed ik agressief onderzoek naar het onderwerp. Ik hield niet van sociale media en zocht nooit mijn heil in “Genderkritische” of “TERF” bronnen of forums (het grootste deel van die tijd zou ik je zelfs niet hebben kunnen vertellen wat die termen betekenden), omdat ze me nooit door de algoritmen van Google werden aangereikt. In plaats daarvan las ik studies over trans mensen, woonde trans-ondersteunende academische lezingen bij, bestudeerde meer psychiatrische richtlijnen, en las websites van LGBT+ activisten en getuigenissen van trans mensen zelf.

Kortom, ik deed precies wat de transgemeenschap me opdroeg: Ik heb mezelf voorgelicht, gebruik makend van hun favoriete bronnen en hun eerstehands verslagen van hun ervaringen.

Vragen
Het resultaat was echter niet wat zij voor ogen hadden. Hoe meer bronnen ik las, hoe meer vragen ik had, waarbij geen van mijn eerdere vragen in het proces werd beantwoord. Niemand leek in staat termen als trans, genderdysforie, non-binair, of genderziel te definiëren zonder te vervallen in wat voor mij voor de hand liggende genderstereotypen waren. Niemand kon ook het woord vrouw definiëren. Ik werd zelfs berispt omdat ik het woord vrouw durfde te gebruiken of naar vrouwelijke biologie verwees in een politieke context op school.

Twijfel
Ik ben het soort persoon dat er een eeuwigheid over doet om ergens over te beslissen. Rechtvaardige woede namens welk standpunt dan ook is niet mijn sterkste kant; wat ik irritant vind, en meestal een indicatie van een gebrek aan onpartijdigheid over een bepaald onderwerp. Dus ik bleef maar denken dat ik iets miste. Dat dit hele gedoe niet homofoob of seksistisch was, dat het gewoon een verkeerd begrepen fenomeen was, en dat als ik het maar volhield met mijn ouderwetse epistemische nederigheid, de antwoorden die ik wilde te zijner tijd zouden komen.

Nerd
Dat deden ze niet. En toen vertelde mijn allerbeste vriend, een klassiek mannelijke heteroseksuele computernerd die geobsedeerd was door sciencefiction en videogames, me dat hij lesbisch was. Daarna verhuisde hij terug naar zijn kinderkamer, stopte met verder studeren of werken, en begon aan een reeks invasieve medische ingrepen, terwijl hij zich bezighield met een nogal verontrustend rollenspel waarin hij een 12-jarig anime meisje was. Blijkbaar was dit mijn breekpunt.

.  .  .

Tomboy
Er zijn een paar dingen die ik heb weggelaten uit dit hoofdstuk van mijn leven, en het is tijd om erop terug te keren en dat “veel meer dan een tomboy“-gedeelte van eerder nader te bekijken, want ik denk dat die meisjes en vrouwen onder ons die echt gender-non-conform waren op een sociaal onaanvaardbare manier gedurende onze kindertijd (en zelfs enige dysforie blijven ervaren tot in de volwassenheid, waarbij de veronderstelling wordt verworpen dat dit allemaal een “fase” was) vaak verloren gaan – of erger nog, opgeofferd worden – in dit debat.

In dezelfde tijd dat ik al dit onderzoek naar de trans-beweging deed, worstelde ik met twee verschillende maar verwante persoonlijke problemen: de ongewone manier waarop mijn hersenen werken en mijn seksuele geaardheid. Ik zal beginnen met de eerste.

Bezorgdheid
Ik voel me niet verwant met de verhalen van meisjes en jonge vrouwen in transitie zoals in Abigail Shrier’s (onberispelijk-onderzochte) boek, Irreversible Damage, hoewel ik diepe bezorgdheid voel voor hen, en voor de cohort van meisjes die ongetwijfeld na hen zal komen. In het geval van meisjes gaat het vaak om sociale besmetting. Ironisch genoeg heb ik veel meer op met de verhalen van de eenzame, introverte, in zichzelf gekeerde jongens die worden beschreven in Angus Fox’s zevendelige 2021 Quillette serie, “When Sons Become Daughters“. Misschien komt dat omdat ik een schoolvoorbeeld ben van wat vroeger het syndroom van Asperger heette, hoewel ik pas op de universiteit de diagnose kreeg vanwege het aandringen van een adolescente psycholoog die dacht dat ik OCS had.

Mannelijk
Autisme spectrum stoornissen (ASS) hebben de neiging om zich anders te presenteren bij meisjes, en een deel van dit wordt verkend in het boek van Shrier. Omdat ASS een voornamelijk mannelijk fenomeen is, weten psychologen vaak niet naar welke symptomen ze moeten zoeken bij hun vrouwelijke patiënten. Sterker nog, veel psychologen zoeken gewoon helemaal niet naar symptomen van ASS bij vrouwen en meisjes, en schrijven zelfs klassieke symptomen toe aan andere aandoeningen, zelfs als die aandoeningen niet zo goed passen.

Verklaring
oen ik op volwassen leeftijd eindelijk een specialist vond die mij op ASS kon beoordelen, werd ik er echter al snel op vastgepind. Plotseling kwamen de vreselijke driftbuien die tot ver in mijn tienerjaren duurden, de obsessie voor orde (gekoppeld aan een gebrek aan elementaire organisatorische vaardigheden), mijn gebrek aan sociaal succes, zowel in vriendschap als in romantiek, mijn academische begaafdheid, en de zintuiglijke gevoeligheden en lichamelijke onhandigheid waar ik mijn hele leven al mee te maken had, samen rond één enkele verklaring. Op een gegeven moment was ik voor elk van deze problemen in mijn jeugd bij minstens één dokter geweest, maar nooit had iemand gesuggereerd dat ze misschien allemaal met elkaar te maken hadden.

Mystiek
Dus toen ik in Fox’s artikelreeks las over die jonge jongens, die buitengesloten werden bij sociale evenementen en belangrijke gebeurtenissen om redenen die ze niet begrepen, maar in staat waren hoge testscores en academisch succes te behalen terwijl ze tegelijkertijd niet in staat waren opdrachten in te leveren of op tijd voor de les te verschijnen, en die naar de meisjes keken als naar een mystieke en onbereikbare buitenaardse soort die een heel andere taal spreekt en zich in een heel andere cultuur begeeft dan hun eigen soort, zag ik mezelf in hen. Niet alleen mezelf, in feite, maar ook mijn beste vrienden, allemaal mannen en even academisch begaafd, en velen van hen identificeren zich nu als een soort trans.

Autisme Spectrum Stoornis
Het zit zo met ASS: Een van de kenmerkende symptomen is ongemak met het eigen lichaam, en met de fysieke wereld in het algemeen. Vooral in deze tijd van zelfdiagnose, en de zee van misleidende “autisme”-memes op sociale media, is het moeilijk te beseffen dat de aandoening meer is dan sociale angst. Ik zou zelfs beweren dat als je je hyperbewust bent van je eigen sociale onbekwaamheid, vooral in de kindertijd, je waarschijnlijk niet op het spectrum zit. Het probleem hier is sociale onwetendheid, niet sociale angst. Natuurlijk komt de angst vaak later, wanneer je je eindelijk realiseert dat je iets verkeerd doet, maar het is niet de oorzaak van het probleem.

Thuis
Voor mensen als deze, die niet thuis zijn in hun eigen lichaam en niet in staat zijn de sociale signalen en socialisatie op te pikken rond kwesties van geslacht, seksualiteit en romantiek, is het gemakkelijk te zien hoe zij zich zouden identificeren met de trans-beweging. Voeg daarbij het zwart-wit denken en een obsessie voor categorisatie (ook veel voorkomende ASS kenmerken) en, Houston, we hebben een probleem. Voor deze kinderen is een transgenderidentiteit een eenvoudige en behandelbare oplossing voor hun levenslange pijn, en wie zou dat niet willen? Zelfs veel transactivisten erkennen nu het grote aantal ASS-patiënten die in transitie zijn.

.  .  .

Pijn
Dus waarom is dit van belang? Waarom laten we deze kinderen niet gewoon een transitie ondergaan als ze denken dat het hun pijn zal verlichten? Omdat, en dit moet herhaald worden, geslachtsidentiteit niet de bron van het probleem is. De bron van het probleem zijn sociale normen die niet zouden moeten bestaan, gekoppeld aan kinderen die een neurologische aandoening hebben – een neurologische aandoening die niet zal verdwijnen na hun transitie.

Rolmodel
Zie mijn opmerkingen onder de laatste DSM-richtlijn, over het willen worden van een lid van het andere geslacht. Wat is het dat ik wil worden? Ik wil niet per se een man worden. “Man” is per slot van rekening een vrij grote categorie. Ik wil een conventioneel aantrekkelijke, sociaal en romantisch succesvolle man worden, met veel fysieke gratie. En dit is vaak het beeld dat ons wordt voorgespiegeld in het trans-affirmatieve discours. De transseksuele rolmodellen die als het meest begeerlijk worden beschouwd, zij die zowel seksueel als professioneel succes lijken te hebben.

Dit is een heel kleine subcategorie. Laten we eerlijk zijn: als ik een man was, zou ik Chris Evans niet zijn in The Avengers, maar Steve Carrell in The Forty-Year-Old Virgin. Dit is allemaal in de veronderstelling dat ik überhaupt een man zou kunnen worden, een veronderstelling die berust op een bijzonder gebrekkige vorm van Cartesiaans dualisme dat kan wedijveren met de ergste historische impulsen van de Rooms-Katholieke Kerk (intrinsiek ongeordend‘, iemand?).

Leugen
Maar ik dwaal af. Mijn punt is dat deze jonge mensen een leugen wordt verkocht, een leugen dat lichaam en geest te scheiden zijn, en dat er een wondermiddel is om een levenslang probleem op te lossen. En het is ook geen leugentje om bestwil; het is een leugen die een levenslange medicalisering met zich meebrengt, mogelijk zelfs een verkorte levensduur, en een verwaarlozing van de problemen die aan de basis liggen van het probleem, om nog maar te zwijgen van een permanent hyperbeperkt uitgaansleven.

Die eerlijke lezer zal opmerken dat ik nog steeds niet gesproken heb over de andere belangrijke kwestie in mijn leven terwijl ik onderzoek deed naar de trans-beweging: mijn seksuele geaardheid. Dank u dat u me eerlijk hebt gehouden, altijd eerlijke lezer, want ik zou nalatig zijn als ik u op dat punt niet zou kunnen bijpraten.

Asperger
Asperger is niet het enige gebied in mijn leven waar ik het idee van een snelle oplossing aantrekkelijk vind. Toen de Democratische presidentskandidaat Pete Buttigieg in een toespraak in 2019 verklaarde dat als er een pil was geweest om hem hetero te maken toen hij een tiener was in de jaren ’90, hij die zou hebben genomen, herinner ik me dat mijn progressieve moeder geschokt en vol afschuw mompelde. Ik kromp ineen op mijn stoel naast haar, met de gedachte dat ik die pil toen en daar zou nemen, in 2019. Ik kon dat echter niet hardop zeggen, zelfs niet tegen mezelf, want ik zat zo diep in de kast dat ik bijna Narnia kon zien.

Pornocategorie
Hier zijn, in willekeurige volgorde, de redenen waarom ik de Buttigieg pil zou nemen: Vaak voelt het alsof “lesbisch” tegenwoordig meer een pornocategorie voor mannen is dan iets anders; een aanzienlijk aantal mannen behandelt die paar vrouwen die zichzelf lesbisch noemen alsof ze zelf wandelende pornocategorieën zijn; veel van de werkelijke vrouwen in mijn dating-pool injecteren testosteron of hebben een relatie met een man en zijn op zoek naar een sidepiece of een triootje; sommige van het kleine aantal vrouwen die ook lesbisch zijn en het met me eens zijn over de trans-kwestie zijn zelfverklaarde “radicale feministen” die het me waarschijnlijk kwalijk nemen dat ik niet ook een radicale feministe ben; ik hou niet van katten (die opdringen om het lesbienne zijn uit te dragen); ik vind vrouwen veel moeilijker om mee te communiceren dan mannen (en dat wil wat zeggen); ik vind vrouwen veel moeilijker om mee om te gaan dan mannen (idem); de rest van mijn uitgaanspoule lijkt te bestaan uit ofwel kerels in fetisjuitrusting die zich voordoen als vrouwen, ofwel emotioneel behoeftige en stuntelige kerels die denken dat ze vrouwen zijn; en als ik het waag hier iets over te zeggen, hardop, of onder mijn eigen naam, word ik met een kanonskogel de werkloosheid in geblazen.

Uit de kast
De dag waarop mijn beste vriend me vertelde dat hij lesbisch was, was de dag waarop ik me erbij neerlegde dat ik voor altijd in de kast zou blijven, want toen besefte ik voor eens en voor altijd dat mezelf zijn niet oké is in de moderne westerse wereld, en dat uit de kast komen er niet toe doet omdat die enorme lijst in de vorige paragraaf betekent dat ik de rest van mijn leven hoe dan ook single zal blijven. Narnia lonkt.

Na dit alles gelezen te hebben, vraag jezelf eens af: Is het verwonderlijk dat een jonge homo de voorkeur geeft aan testosteroninjecties of oestrogeenpillen boven een authentiek leven?

Is het, gezien wat we weten over autisme, echt zo verrassend dat deze beweging zich als een lopend vuurtje verspreidt?

Is het trouwens, gezien wat wij weten over de veelzijdige aard van het mens-zijn, geen wonder dat als wij de categorieën “man” en “vrouw” definiëren aan de hand van absurd strikte genderrollen, de meeste mensen die in die definities geloven, zichzelf niet meer als man of vrouw zullen beschouwen?

Wat ik hier echt wil doen is alle tieners of jonge volwassenen die te maken hebben met dysforie, of die twijfelen over hun geslacht, vertellen dat ze niet alleen zijn. Het is oké. Als je dysforie hebt, zal het waarschijnlijk weggaan, of op zijn minst verminderen met de tijd. En zelfs als dat niet zo is, zijn er niet-medicamenteuze strategieën om ermee om te gaan. Als je niet dysforisch bent, en je wilt er gewoon bij horen, dan snap ik dat. Mijn hart doet pijn voor jou net zoals het pijn doet voor mezelf. Ik wil wat jij wilt, en ik zal eerlijk tegen je zijn op een manier die je ouders misschien niet doen: Ik weet niet zeker of ik het ooit zal vinden. Maar een plastic appel zal je niet voeden.

Als je al in de transitie zit, hoef je niet door te gaan. Er zijn duizenden mensen zoals jij, en hun aantal groeit elke dag. Als je nog niet wilt stoppen, is dat ook goed. Ik ben hier niet om je tegen te werken (nou ja, ik ben hier niet alleen om je tegen te werken). Ik wil alleen dat je weet dat er andere opties zijn, en dat iedereen die je vertelt om niet zelf na te denken of iets te lezen, niet het beste met je voor heeft.

Ik hoop dat iets van mijn ervaring nuttig is geweest voor iemand anders; dat zal het allemaal de moeite waard hebben gemaakt. Mijn grootste angst is dat de kinderen die na mij komen het niet beter zal vergaan dan ik. Wij hebben een verantwoordelijkheid voor de waarheid, voor hun bestwil, zo niet voor ons eigen bestwil.

Wij danken J. Peters en Quillette en Cry for Recognition voor de toestemming die ze ons hebben verleend om deze oprechte en verhelderende getuigenis te vertalen en te publiceren.
De originele Engelse tekst kan je nalezen op Quillette: We’re Lesbians on the Autism Spectrum. Stop Telling Us to Become Men

J. Peters is het pseudoniem van een auteur die in de Verenigde Staten woont. U kunt contact met haar opnemen via jpeters7781@gmail.com.