Trouw: vrouw als handicap in de sport

Wat is uw handicap? Heeft u iets minder dikke botten? Korte beentjes? Beperkte spiermassa? Of bent u misschien… van het vrouwelijke geslacht? Op deze manier moeten we sportcompetities gaan indelen, aldus Sandra Meeuwsen in Trouw. In plaats van het “biologische keurslijf” van onderscheid tussen mannen en vrouwen, zouden we met “handicaps kunnen gaan werken” om te bepalen wie met wie mag sporten. Op basis van botdikte, bijvoorbeeld.

Indeling van lichamen

Deze krampachtige pogingen om lichamen in te delen op basis van (sets van) kenmerken terwijl geslacht als het meest voor de hand liggende onderscheid wordt vermeden zijn in het nadeel van vrouwen. Geslacht is immers bepalend voor de range waarbinnen veel eigenschappen die relevant zijn voor sport zich kunnen ontwikkelen: spiermassa, botdichtheid, ledemaatlengte, longcapaciteit, enz. Mannen zijn op deze fronten fysiologisch in het voordeel, en omdat de meeste sporten oorspronkelijk door en voor mannen zijn bedacht, vertaalt dat fysieke voordeel zich door naar sportprestaties. Het is zinloos om uit de lijst van verschillen tussen mannen en vrouwen er één (of een paar) te kiezen om sportcompetitie op in te delen. Mannelijke atleten zouden alsnog domineren dankzij de rest van hun lichamelijke overmacht. Vrouwen verliezen hun kans om uit te blinken, verdrongen naar een inferieure categorie vanwege de “handicap” van hun geslacht.

Ter illustratie: een paar weken geleden nog reed Veronica Ivy (voorheen Rachel McKinnon) de snelste tijd bij het baanwielrennen, ondanks het onderdrukken van zijn testosterongehalte en zelfs fors overgewicht.

Gebrek aan respect

Vrouwensport onder het mom van inclusie onderschoffelen verraadt een pijnlijk gebrek aan respect voor atletes en hun prestaties. Vrouwen hebben voor aparte sportdivisies moeten strijden, juist vanwege een kans op eerlijke competitie en waardering. Zelfs als het “medisch-technisch” mogelijk zou zijn om een man dusdanig aan te passen dat zijn sportprestatie min of meer vergelijkbaar is met die van vrouwen, zoals Sandra suggereert, is dat een belediging aan het adres van vrouwen. Sportsters verdienen de kans om zich te meten met de top van hun eigen geslacht, niet de top van hun geslacht en mannen die voldoende kreupel zijn gemaakt. Een man met zijn arm op zijn rug gebonden is geen vrouw.

Dat gebrek aan respect voor vrouwelijke sporters wordt zo mogelijk nog duidelijker door het idee van Sandra om het hele concept van medailles en winnen of verliezen in de sport op te doeken. Zo blijft er weinig over om naar te streven voor vrouwen: de records gaan naar de mannen, vrouwen mogen in hun derderangs botdiktedivisie meedoen voor de eer.

Drogredenen

Sandra draagt nog een aantal van de gebruikelijke drogredenen aan waar de genderideologen zo dol op zijn. Zo wordt sekse-gescheiden sportcompetitie vergeleken met het apart zetten van zwarte atleten. Eerlijke deelname voor vrouwen zou daarmee gelijkstaan aan racisme en apartheid. Daarnaast betekent het handhaven van mannen- en vrouwensport “in het broekje kijken” van de sporters. Een extra nare verdraaiing van de feiten gezien het enthousiasme waarmee bijvoorbeeld Lia Thomas gebruikmaakt van de vrouwenkleedkamer. Die zedendelicten worden verzwegen terwijl het bestaan van vrouwensport ineens haar bestaan ontleent aan datzelfde soort misdrijven. En uiteraard mag ook het argument rond intersekse atleten niet ontbreken, en eveneens in misleidende vorm. Sprinter Caster Semenya zou gewoon van nature een hoger testosterongehalte hebben vergeleken met andere vrouwen. Dat de oorzaak hiervan is dat Caster genetisch man is, blijft onbenoemd.

Binaire non-binairen

Er zijn ethische vraagstukken in de sport, maar aparte competities voor vrouwen behoren daar niet toe. Voor inclusie van vrouwen in de sport is het buitensluiten van mannen noodzakelijk, ongeacht hoe die mannen zich voelen en willen uiten. De “non-binaire generatie” die er volgens Sandra aan zit te komen dreigt vrouwen te verdrijven uit hun zwaar bevochten plek in de sport. Het tegenovergestelde van de utopie van eerlijkheid en inclusie die wordt beloofd.

Hoewel… zelfs een toegewijde gelovige in de fluïditeit van gender en geslacht zoals Sandra maakt een uitglijder. Die toekomstige non-binaire generatie “zijn verdorie onze dochters en zonen”. Dat klinkt toch als twee oude, vertrouwde opties. Het verraadt maar weer eens dat ook de fervente verdedigers van genderideologie heel goed weten wat geslacht is. Dat is dan weer amusant.