Transgender Netwerk Nederland’s “Genderdoeboek” voor scholen negeert belangen meisjes

Recent bracht lobbygroep Transgender Netwerk Nederland (TNN) het Genderdoeboek voor Scholen uit met richtlijnen voor het omgaan met “genderdiversiteit” op de basis- en middelbare school. De publicatie bevat bizarre adviezen voor de biologielessen en zet vooral vol in op het afschaffen van seksegescheiden voorzieningen. Er wordt niet stilgestaan bij waaróm die voorzieningen ooit zijn gescheiden. Ieder onderscheid op basis van de sekses staat de beleving van zogenaamde “genderdiversen” in de weg en moet daarom het veld ruimen.

Biologie

In het hoofdstuk over biologie prijkt de claim “dat iemands genderidentiteit het echte geslacht is”. Dit is een ideologische bewering waar geen bewijs voor is. Net als met de ziel kunnen mensen oprecht geloven dat dit ongrijpbare aspect een belangrijk onderdeel van hun persoon is. Het staat iedereen vrij om zo’n overtuiging te koesteren, maar de overtuiging hoort niet als feit verkondigd te worden op scholen. Zeker niet als dat abstracte fenomeen iets dat wél onafhankelijk valt waar te nemen zoals geslacht overschrijft als “de waarheid”. Daarmee wordt de bewering over genderidentiteit een religieuze overtuiging.

De “do’s en don’ts” zijn van vergelijkbaar ideologische aard. Er mag niet gesproken worden over “mannelijk” of “vrouwelijk”, zelfs niet in de context van voortplanting. In plaats van man of vrouw zijn er “mensen met een penis” of “mensen met een baarmoeder”. Niet alleen is dit kille, ontmenselijkende taal – alsof mensen een toevallig samenraapsel van losse organen zijn en niet één complex geheel -, het is ook onvolledig en verwarrend. Voortplanting vereist altijd een man en een vrouw, en draait om meer dan alleen een penis en een baarmoeder. Kinderen moeten duidelijke seksuele voorlichting krijgen. Zowel voor hun algemene ontwikkeling als voor persoonlijke toepassing op latere leeftijd. Voorkomen van SOA’s is voor iedereen belangrijk, maar twee mannen of vrouwen hebben geen anticonceptie nodig.

Toiletten

TNN pleit voor het per direct opheffen van gescheiden toiletten voor jongens en meisjes. Om stress en ongemak tegen te gaan moeten alle toiletten toegankelijk worden voor iedereen, “net zoals thuis”. Die vergelijking gaat natuurlijk niet op. Wie deelt het toilet thuis met een schoolklas, laat staan een hele school? Je hebt controle over wie er bij je thuis over de vloer komt en daarmee dus ook over wie er op je toilet gaat zitten. Thuis hanteer je juist een strengere selectie dan mogelijk is bij openbare ruimtes. Het openstellen van die ruimtes voor iedereen maken deze nog verder verwijderd van de privacy van thuis en zal juist voor stress en ongemak zorgen, vooral bij meisjes.

Op menstruatie rust nog steeds taboe. Schoolgaande meisjes moeten al leren omgaan met de ingrijpende veranderingen die hun lichamen doormaken. Het is niet gek als ze er niet op zitten te wachten dat de hele klas erachter komt dat ze ongesteld zijn. We hebben nog niet het tijdperk bereikt waarin we erop kunnen rekenen dat er geen treiterijen zullen volgen.

Maar ook buiten menstruatie om hebben meisjes behoefte aan gescheiden toiletten. Gemengde toiletten leiden ertoe dat meisjes ze vermijden, door niet te drinken, hun plas op te houden, of zelfs te spijbelen. Naast het ervaren van stress en ongemak, lopen meisjes dus gezondheidsrisico’s, bijvoorbeeld op het ontwikkelen van een blaasontsteking.

Tot slot wordt geadviseerd om de deuren naar de toiletruimtes te verwijderen zodat ze één geheel vormen met de gang. Dit doet de privacy nog verder teniet: nog voor het wassen van de handen ben je al zichtbaar voor iedereen die langsloopt. Of dit het beoogde doel van sociale veiligheid zal bereiken is ook maar de vraag. Dat pesterijen en ander ongewenst gedrag ook voort kunnen komen uit het gebrek aan privacy lijkt niet te zijn doorgedrongen. Bovendien is die open verbinding tussen de toiletruimtes en gang op het gunstigste moment al niet erg fris. In het scenario van een verstopping leidt het tot regelrechte overlast.

Voor wie heil ziet in het compromis van een paar “genderneutrale” toiletten: die optie wordt bij voorbaat neergesabeld. Op deze manier zou het geslacht van transgender leerlingen worden benadrukt en hun gevoel van sociale veiligheid in het geding komen. Het openstellen van álle toiletten zou daarentegen gunstig zijn voor alle leerlingen. Het gebrek aan inlevingsvermogen voor de situatie van meisjes is hier schrijnend duidelijk.

We leven niet in een utopie waarin geslacht er niet toe doet. Het opheffen van gescheiden toiletten brengt die utopie ook geen stap dichterbij. Sterker nog: het werpt ons er verder van af. De Verenigde Naties stellen dat vrouwen en meisjes recht hebben op apart sanitair voor hun waardigheid, privacy en veiligheid. Het is niet voor niets dat feministes hebben gestreden voor aparte voorzieningen voor vrouwen. Die ruimtes zijn essentieel om vrouwen en meisjes te laten functioneren in het openbare leven.

Kleedkamers

Niet alleen toiletten maar ook gescheiden kleedkamers moeten het ontgelden bij de adviezen. Hoewel hier niet rechtstreeks wordt gepleit voor het genderneutraal maken van alle ruimtes, wordt dit resultaat via een (niet-subtiele) omweg wel bereikt: het advies is om “genderdiverse en transgender” kinderen zelf de kleedkamer van voorkeur te laten kiezen. Momenteel vereist de officiële status van transgender nog een genderdysforiediagnose van een deskundige. Voor “genderdivers” geldt dat niet. Een leerling zou zich dus genderdivers kunnen verklaren en daarmee het recht verkrijgen om een kleedkamer te kiezen. Dat van dit privilege geen misbruik gemaakt zal worden is naïef.

En toch telt alleen de wens van de zelfverklaarde speciale leerling. Er is geen aandacht voor de impact die de aanwezigheid van een jongen in de meisjeskleedkamer zal hebben op de meisjes. De focus ligt op het beschermen en ondersteunen van de “genderdiverse” leering. De impliciete aanname die hier doorschemert is dat bezwaren tegen diens kleedkamerkeuze uitsluitend gebaseerd kunnen zijn op bekrompen vooroordelen. Een kwestie die ongetwijfeld met voldoende voorlichting over genderidentiteit opgelost moet worden. Hiermee worden leerlingen die zich onprettig voelen als zij zich moeten omkleden in bijzijn van iemand van het andere geslacht tot foute daders in plaats van slachtoffers. Dader en slachtoffer worden zo effectief verwisseld.

De verhoudingen tussen dader en slachtoffer worden verder verdoezeld door het wegwuiven van het veiligheidsaspect van de gescheiden kleedkamers. Geslacht wordt afgedaan als een nietszeggende factor, terwijl dit juist de bepalende factor is, de basis waarop deze ruimtes worden gescheiden. Bijna 98% van de verdachten van een zedendelict is man. Of dit nu een aangeboren gevolg van hun geslacht is of voortkomt uit socialisatie op basis van dat geslacht, de rol van geslacht bij dit soort misdrijven kan niet genegeerd worden.

Jongens voorzien van een ticket voor toegang tot de meisjeskleedkamer creëert een risico op zedendelicten. Kinderen stuiten tegenwoordig op steeds jongere leeftijd op pornografie op het internet, wat hun beeld van seksualiteit vervormt, met alle gevolgen van dien.

Het is wel duidelijk dat TNN de belangen van meisjes bij het grofvuil heeft gezet met hun aanbevelingen. Hoewel de standpunten niet verrassend zijn, blijft het ernstig dat een organisatie die grotendeels gesubsidieerd wordt door de overheid zo’n meedogenloze houding ten opzichte van vrouwen en meisjes tentoonstelt. Het is te hopen dat scholen deze handvatten naast zich neerleggen.