The Voice Gate: het hek van #MeToo in Nederland

Een deel van het nieuws over het seksueel grensoverschrijdend gedrag dat achter de schermen bij The Voice of Holland plaatsvond, was van de week al naar buiten gekomen. Met name over de grote hoeveelheid misdragingen van Jeroen Rietbergen was al één en ander bekend. En met de uitzending van de “THIS IS THE VOICE” aflevering van BOOS afgelopen donderdag werd dan eindelijk de schaal van het misbruik duidelijk. Die was niet mis.

Nee betekent nee: omzeil de nee

Wat opvalt aan de verklaringen van de slachtoffers is hoe berekenend het gedrag van alle daders was. Marco Borsato, Ali B en Jeroen Rietbergen waren zich allemaal bewust van hun positie en hoe ver ze konden gaan om met hun gedrag weg te komen. Hun strategie draaide om het overrompelen van vrouwen en meisjes om de kans op expliciete afwijzing te verkleinen. Ze creëerden situaties waarin hun slachtoffers geïsoleerd waren zodat ze niet (makkelijk) weg konden komen. En ze wendden de invloed van hun positie aan door mooie beloftes te doen.

Mocht het slachtoffer toch weerbaar genoeg zijn om de seksuele toenaderingen af te kappen, én geen kans op overreding vertonen, dan bonden de mannen wel in. Ze konden zich in dat geval immers niet meer beroepen op misverstanden en verkeerde inschattingen. De leus “nee betekent nee” die vroegere feministes inzetten in hun campagne tegen verkrachting binnen het huwelijk is tegenwoordig goed ingebakken in de maatschappij. De keerzijde is dat daders zich nu verschuilen achter de afwezigheid van “nee”. Zolang die verbale afwijzing niet heeft geklonken, zijn ze niet te ver gegaan. Strafrechtelijk gezien dan, want voor dat punt zijn ze al vele grenzen over gegaan. En dat wisten ze heus wel.

John de Mol

Dat schuilen achter het uitblijven van harde “nee”s en meldingen deed ook John de Mol. Zelfs in het BOOS interview, waar hij toch zal hebben gezeten om te redden wat er te redden valt qua reputatie, kon hij nauwelijks inlevingsvermogen tonen. In ieder geval niet voor de slachtoffers. In plaats daarvan leek John vooral gefrustreerd over het gebrek aan meldingen bij zijn plichtsgetrouw opgerichte loketten. Maar dat de meldingen uit waren gebleven vanwege een angstcultuur, daar wilde hij niets van weten. Daar was geen bewijs voor (want niet gemeld) en herkende hij zich niet in. En over het vóórkomen van misbruik repte hij met geen woord. Hij beloofde alleen om actie te ondernemen bij meldingen.

Maar ondanks die ene melding die wél was gedaan over Jeroen Rietbergen, werd die niet vanwege zijn gedrag ontslagen. Want met zo’n staat van dienst verdiende hij een tweede kans (en hij was natuurlijk Johns zwager). En Marco Borsato? Daarvan kon John zich niet indenken dat die écht kinderen had aangerand. Dan was het toch aannemelijker dat die kinderen over die ervaringen hebben gelogen. Hadden de daders dankzij hun functie macht over de slachtoffers? Mwoah, misschien als ze de deelnemers voorlogen over wat ze in hun positie voor hen konden betekenen.

Waarom zouden de slachtoffers in vredesnaam geen melding hebben gemaakt? Waarom zouden ze het doen als ze niet worden geloofd, of de dader er hoe dan ook mee wegkomt?

Het ligt niet aan de vrouwen

Vrouwelijke medewerksters van Johns bedrijf, Talpa, regelden de ochtend na het interview een grote advertentie in het AD. De boodschap was helder: vrouwen zijn hier niet het probleem.

Ook andere cultuur- en mediamakers zijn een initiatief gestart om intimidatie en wangedrag in de mediasector te bestrijden. Onder de noemer “De Goede Zaak” worden handtekeningen ingezameld om aan te dringen op “zero tolerance” beleid. Zoals de initiatiefnemers al aangeven, de wegkijkcultuur valt niet op korte termijn te veranderen. Vanwege de beperkte omvang van de cultuur- en mediasector en hoe zwaar connecties en bekendheid in die werelden wegen, vormen ze een broedplaats voor machtsmisbruik. Maar uiteindelijk is dit een veel breder maatschappelijk probleem, dat ook in andere sectoren en contexten speelt. Dat blijkt uit de reacties die bij ieder #MeToo verhaal opduiken. Het twijfelen aan beschuldigingen of het bagatelliseren daarvan blijkt voor velen nog steeds de norm. Blijkbaar vinden een hoop mensen, waaronder John de Mol, het makkelijker om te geloven dat slachtoffers liegen dan dat daders schuldig zijn. Die vastgegroeide overtuiging ontwortelen zal niet meevallen.