Semantiek en objectiviteit doen er toe
Via een politiek actieve vriendin werd ik geattendeerd op het genderdebat – en dat er nog maar weinigen binnen de politiek zijn, die zich kritisch durven op te stellen. Ook binnen haar eigen partij -medeopsteller van de wetsvoorstellen- is er angst voor sociale repercussies, bij uiting van een afwijkend standpunt.
En hoewel ik me niet buitengewoon wel voel bij de gedachte aan piemels in vrouwenkleedruimtes, was ik aanvankelijk geneigd dit toe te schrijven aan ‘onbekend maakt onbemind’. How ignorant I was!
Ik verdiepte me, en voelde me als de spreekwoordelijke Alice in Wonderland. Het triggert enorm veel bij mij persoonlijk, niet alleen omdat nu mijn biologische realiteit als vrouw op zijn kop gezet wordt, maar ook omdat het mijn vak, de geneeskunde, en uiteindelijk de maatschappelijke structuur, op de helling zet. Het probleem gaat namelijk dieper.
Kritische Theorie
De Kritische Theorie (waaruit de intersectionaliteit ontsproten is) heeft als doelstelling niet alleen de werkelijkheid te verklaren, maar de werkelijkheid te veranderen. Waar popperiaanse wetenschappers fenomenen besturen, documenteren en verschillende hypothesen opperen om deze aan de hand van nieuwe experimenten te toetsen, is objectiviteit in de kritische theorie geen speerpunt. Van wetenschap in engere zin is er daarom ook geen sprake, veelal meer van activisme. Als representant van de Kritische Theorie heeft bijvoorbeeld Gloria Wekker ook helder te kennen te geven dat zij zich niet genoodzaakt voelt, empirisch bewijs te leveren voor haar zienswijze; haar particuliere observatie en de getuigenissen van derden zijn voldoende.
Binnen de traditionele wetenschap wordt dit als zeer problematisch gezien, omdat er een enorm risico is op bias door cherry picking en inkleuren van waarnemingen door de eigen overtuigingen. Aanhangers van de Kritische Theorie brengen hier tegen in dat de klassieke wetenschap principieel onderdrukkend is, en ‘niet neutraal’, de Verlichting an sich als onderdrukkend systeem. Ik zal op deze diskwalificaties hieronder ingaan.
De Kritische Theorie manifesteert zich het nadrukkelijkst binnen ideologieën met wetenschappelijke pretenties die pejoratief wel ‘woke’ genoemd worden, omdat de aanhangers van deze ideologieën vaak, zoals ook complottheorieën als QAnon (‘red pill’), anders dan anderen wél de werkelijkheid hebben onderkend, ‘wakker’ geworden zijn. Kenmerkend voor deze ‘woke’ ideologieën is het steunen van het ‘slachtoffer’ ten opzichte van een onderdrukkende structuur. En hoe groter het slachtofferschap, hoe sterker de steun die het slachtoffer krijgt enerzijds, hoe sterker de noodzaak gevoeld wordt de structuur als dictatuur te interpreteren, en deze omver te werpen anderzijds.
Hoewel het sympathiek lijkt tegen dictatuur te strijden, is de spraakverwarring tussen structuur, hiërarchie en dictatuur problematisch. Niet in de laatste plaats omdat er altijd wel iemand is die een bepaalde structuur als beknellend ervaart. Bovendien is slechts de mate waarin het slachtoffer zich onderdrukt vóélt, maatgevend om de ‘kwaadaardigheid’ van de structuur te bepalen, evenals de noodzaak een dergelijke structuur te veranderen. Om een gevoel van noodzaak en urgentie uit te drukken, worden hyperbolen uit de kast getrokken, en wordt van structuur “hiërarchie” gemaakt. Het verschil is subtiel, maar niet irrelevant.
Hiërarchie veronderstelt autoriteit, en dat is in tegenspraak met de verabsolutering van het subjectieve. En dus wordt hiërarchie taboe verklaard, waarbij gepoogd het gevoel van ‘onrecht’ over hiërarchie te versterken door dit woord soms door ‘onderdrukking’ of ‘dictatuur’ te vervangen.
In de wereld van de wetenschap en besluitvorming, is echter ook de consequentie dat iedere mening dezelfde waarde heeft als er geen intellectuele hiërarchie meer is; kennis en objectiviteit hebben geen enkele autoriteit meer. Dat maakt dat de kritische theorie als absoluut, en zonder objectieve empirie, leidt tot anarchie.
Vrouwen weten echter verdomd goed: zonder structuur geldt het recht van de sterkste. En dat heeft voor vrouwen nog nooit goed uitgepakt.
Objectiviteit versus neutraliteit, en de maatschappelijke betekenis
Een ander probleem is de totale verwarring over het verschil tussen de hierboven al genoemde ‘neutraliteit’ en ‘objectiviteit’. Neutraliteit betekent dat als de een zegt dat de hemel rood is, en de ander dat die blauw is, aangenomen moet worden dat de hemel paars is. Er een middenpositie gekozen.
Neutraliteit is weinig behulpzaam als het gaat om waarheidsvinding, en dus wetenschap.
Objectiviteit betekent: gaan kijken, meermaals, nagaan of er consistentie is in de observaties van verschillende waarnemers, kwalificeren welke de waarnemingen zijn en kwantificeren hoe groot de variatie is. Het een leidt tot amorfe grijze soep, het andere tot inzicht en voorspelbaarheid.
Vergis je niet: het is het tweede wat de Verlichting bracht, en wat geleid heeft tot de enorme verbetering van levenskwaliteit en óverleving van álle mensen, niet alleen vrouwen. Het opleggen van een particuliere overtuiging (met ‘handhavende’ instituties als de inquisitie) kennen we uit de periode die niet zonder reden in het Engels ‘The Dark Ages’ genoemd wordt.
Menig ‘TERF’ zal direct beamen dat de Inquisitie ‘alive and kicking’ is. Door pejoratieve frames als “TERF”, bigotry (kleingeestigheid) en ‘bioessentialism’ (alleen de biologie doet ertoe), kan de suggestie gewekt worden, dat criticasters een stel geesteszieke zeloten zijn, die zijn losgezongen van de gelaagdheid van de realiteit.
En het verbijstert me dat wetenschapsfilosofen zich zo weinig laten horen in het debat, al snap ik dat vanwege diezelfde inquisitie dan weer wel, evenals de sterke aanwezigheid van de aanhangers van de Kritische Theorie op de instituten voor hoger onderwijs. Immers: wie de intelligentste en meest kritische geesten weet te corrumperen, die krijgt mensen die minder de mogelijkheid hebben tot kritische beschouwing veel makkelijker mee. Dat de bevolking wel degelijk voelt dat er iets wezenlijks niet klopt, vertaalt zich in een sterke toename van aanhangers van partijen op de uiterst rechtse vleugel van het politieke spectrum.
Absolutering van het subjectieve = narcisme
Wie ooit het slachtoffer is geweest van dwingende controle, ‘coercive control’, het patroon dat zich onder meer bij huiselijk geweld manifesteert, ziet precies hetzelfde patroon zich in het huidige debat zich ook ontvouwen. Mishandeling in relaties kenmerkt zich door een patroon van gaslighting en manipulatie enerzijds, door intimidatie en geweld anderzijds, waardoor de mishandelde het contact met de realiteit kwijtraakt. De gaslighting en manipulatie in het debat vindt plaats via de Newspeak die bizarre concepten een aaibaar gevoel moeten geven, terwijl objectiviteit geframed wordt als ‘bioessentialisme’ en ‘cisseksisme’.
En voor wie zich desalniettemin niet van de wijs laat brengen, is er altijd nog de methode van intimidatie, verbaal -mede via trollen op twitter en dreigen met imagoschade naar instituties en nutsbedrijven- maar uiteindelijk ook: fysiek geweld. Ironisch genoeg zijn het vooral de extremistische ‘transvrouwen’ die hierbij van zich laten horen, en daarbij tamelijk genderspecifiek gedrag, namelijk dat van ‘entitlement’ en ‘male privilege’, vertonen.
In een relatie die ik heb gehad en waarin dit patroon speelde, had ik regelmatig het gevoel echt compleet gek te worden. Niets was echt, en feiten verschoven aan de lopende band. Objectiveerbaarheid werd ondermijnd, of ronduit als ‘agressie’ afgedaan. Toegeven, zo heb ik geleerd, maakt alleen maar dat de grenzen verdergaand verschuiven. Uiteindelijk verlies je elk houvast.
Het verwondert me daarom niets dat het juist vrouwen met geweldservaring zijn, die verzet tonen. Zij herkennen het gevaar. Dat gaat óók om fysieke veiligheid, maar veel meer gaat het om de veiligheid die objectiviteit biedt, want houvast.
Rupsje Nooitgenoeg
En precies dát is het probleem van het genderdebat. Er is geen objectiviteit, en diegenen die waarde hechten aan objectiviteit en objectivering, worden geframed als geweldplegers jegens ‘de gevoelens’ van derden.
Er is geen enkele reden om aan te nemen dat als de objectiviteit van geslacht wordt geschrapt, dit niet óók zal gebeuren met andere feitelijkheden.
Zoals gezegd vinden wetenschappers die aanhanger zijn van de Kritische Theorie, dat zij geen empirisch bewijs hoeven te leveren voor hetgeen zij postuleren – hun particuliere ervaring is genoeg. Het is, zoals eveneens gezegd, verbijsterend dat deze ideologie die zich baseert op een steeds maar weer herhaalde cirkelredenering, in navolging van de VS, juist aan de universiteiten en hogescholen vruchtbare aarde vindt. En vanuit daaruit andere disciplines als een Rupsje Nooitgenoeg infiltreert en uitholt.
Ook het publieke denken wordt er door vertroebeld. Hoewel er in het rapport ‘Voor de verandering. Een exploratief onderzoek naar pogingen tot verandering van de seksuele gerichtheid en genderidentiteit.’ een parapluterm gebruikt wordt om conversietherapieën te omschrijven, hebben de onderzoekers zelf géén empirische data aangeleverd voor conversietherapie bij genderdysforie. Niet over de frequentie, niet over de belasting die dat oplevert voor patiënten, niet over de uitkomsten.
De kritiekloze opname van een verbod op conversietherapie aangaande de ‘genderidentiteit’ (een term die enkel wil verhullen dat het hier om het psychiatrische beeld van waan gaat) in een wetsvoorstel, is alleen in het kader van ideologische drijfveren boven objectiviteit te zien. Wie denkt dat het hierbij zal blijven, leeft in een droomwereld.
Emile Ratelband heeft zijn leeftijd als objectief gegeven (nog) niet mogen wijzigen. Wie de objectiviteit van biologische parameters afschaft, zal zich niet moeten verwonderen dat ook deze grens binnenkort als niet-rechtsgeldige discriminatie op basis van leeftijd wordt verschoven. Het zal Marthijn Uittenbogaard niet lang kosten vast te stellen dat niemand zijn wenkbrauwen fronst over vijfjarigen die onderling doktertje spelen.
De dictatuur van het populisme
Wie het objectieve afschaft ten faveure van het subjectieve, en daarbij uitkomst laat bepalen welk zielig verhaal het mediageniekst is, die schaft de rechtstaat af ten faveure van volkstribunalen. Die voert het ultieme populisme in. En wee degene met afwijkende standpunten, zelf als die standpunten op heldere logica en objectiveerbare argumenten berusten, die kan toch ‘fout’ zijn op basis van een moerassige morele highground.
Dat hetgeen waar we op af stevenen in zijn sektarisme tot dusver slechts in dystopische romans is beschreven en in dystopsiche films is weergegeven, lijken maar weinigen zich te beseffen.
En mind you: het gaat om wezenlijk meer dan ‘slechts’ vrouwenrechten.
Magdalena