“Maar hoe zit het dan met”

Jessica Eaton is een psycholoog die gespecialiseerd is in het zo genoemde ‘victim blaming’ (het slachtoffer de schuld geven) en zelfbeschuldiging na seksueel geweld. Zij is een internationaal en onafhankelijke specialist-onderzoeker en schrijver voor www.victimfocus.org.uk -, Oprichter van VictimFocus,
The VictimFocus Handvest en VictimFocus Academy, én oprichter/voorzitter van
‘The Eaton Foundation’, het eerste mannelijke centrum voor geestelijke gezondheidszorg in het Verenigd Koninkrijk.

Bij sommigen staat zij bekend als ‘die vrouw met de (nare) gewoonte het steeds over ‘victimblaming en feminisme’ te hebben.

auteur: Jessica Eaton, 2018 
vertaling: EZ, 2020
Link naar blog Jessica Eaton


STOP MET MIJ TE VRAGEN ‘HOE ZIT HET MET DE MANNEN?’

Iedereen die mijn blog volgt weet dat mijn beste werk is geschreven in woede of met een borrel op. Maar kerst is voorbij, dus deze keer is het niet de drank. Gelukkig heb ik mijn woede nog. Dus dan maar zo.

Steeds meer raak ik gefrustreerd door het ‘maar hoe zit het dan met’, iedere keer als ik schrijf of spreek over vrouwen en/of meisjes.
Voor degenen onder u die niet weten wat er gebeurt bij een ‘maar hoe zit het dan met’ reactie op een moeilijke kwestie of vraag: deze zo geopperde tegenstelling of vraag legt het hele gesprek lam of stuurt het een andere kant op.

Voorbeeld 1:
persoon a: “Mijn onderzoek richt zich op de moord van vrouwen in Jemen”
persoon b: “uh, dit is een beetje seksistisch. Hoe zit het met de moord op mannen in Jemen? bent u niet bezorgd over mannen?”
Voorbeeld 2:
Persoon a: “Ik ben echt boos op je dat je geld uit mijn portemonnee hebt gepikt”
Persoon b: “Hoe zit het met die keer dat je zonder te betalen iets mee nam uit de winkel? Jij bent ook niet onschuldig!”
Persoon a: “Ik was 9”

Klinkt het bekend? Dat dacht ik al. Het doet me soms denken aan gaslighting. (iemand op psychologische wijze manipuleren om diegene aan zijn eigen verstand te laten twijfelen).

Maar goed, terug naar de woede. Woede die ik nodig heb om e.e.a. in context te zetten voor dit blog en er een zinnig geheel van te maken.

Bijna 5 jaar geleden, overleed mijn schoonvader nadat we alles hadden geprobeerd om hem te helpen en ieder bureau en instantie om hulp hadden gesmeekt. Uiteindelijk kregen we het zo gevreesde telefoontje van de politie die zei dat er een lichaam gevonden was. Het was van hem. We moesten hem gaan identificeren. Een zeer kwetsbare volwassene, worstelend met verslaving, dakloosheid en een zeer gecompliceerde trauma geschiedenis.
Tijdens de wake besloten mijn man en ik een organisatie op te zetten voor mannelijke geestelijke gezondheid en welzijn en we noemden het ‘The Eaton Foundation’ (TEF).
(Iemand lachte me uit, “wel een beetje narcistisch van jullie is het niet, een stichting naar jezelf te noemen?” De spreker verschoot van kleur toen ik vertelde dat het de naam van mijn schoonvader was.)

In 2013 richtten we dit goede doel op, waarvan ik nog steeds de voorzitter ben. De stichting ondersteunt alleen volwassen mannen. We groeide exponentieel, in een jaar tijd van zo’n 10 mannen tot 150 mannen.
In het tweede jaar ben ik erin geslaagd om een groot deel van de giften te investeren in het financieren van de renovatie van een enorm oud vervallen gebouw dat we hebben omgevormd tot het eerste centrum voor geestelijke gezondheid en welzijn van mannen in het VK.

Mijn man runt het dagelijks, samen met zijn personeel en de vrijwilligers. We hebben nu 6 mensen in dienst en 9 vrijwilligers. We zien honderden mannen per jaar die profiteren van het volledig gratis aanbod: de gefinancierde counseling, advies voorzieningen, voedselpakketten, huisvesting, belangenbehartiging, juridisch advies, IT-suite, muziek beoefening, werkgelegenheid, clubs en trainingen, fitness clubs, kunsttherapie en ga zo maar door. Sommige mannen zijn er elke dag komen er al jaren. Onze klantenkring is tussen de 18 en 85 jaar oud en ze komen uit alle facetten van de samenleving.

Waarom ben ik vertel je dit?
Omdat ik in die 5 jaar, nog nooit dit ‘maar hoe zit het dan met’ misbruik mee heb gemaakt zoals ik dat tegen kom in mijn werk en onderzoek m.b.t. vrouwen en meisjes.
De meesten van jullie kennen mij voor mijn werk met vrouwen en meisjes en mijn controversiële binnenvallen bij de CSE. Mijn promotieonderzoek richtte zich op ‘victimblaming’ van vrouwen en meisjes in de samenleving met daarin meegenomen het grootste ooit literatuuronderzoek ooit m.b.t. elke factor in de samenleving die het ‘victimblaming’ van vrouwen en meisjes steunt (dan bedoel ik dat het iedere factor die ik kon bewijzen, van porno tot hindoeïsme, omvatte). Ik heb een management carrière in verkrachting-centra en strafrecht-beheer van kwetsbare en geïntimideerde getuigen-programma’s, Dat is dan ook waar ik mijn ervaring en kennis van seksueel geweld, moord, mensenhandel en andere ernstige misdrijven in rechtbanken heb opgebouwd.

Ik lanceerde vorig jaar (2017) een enquête, om de vele verschillende vormen van het ‘victimblaming’ die vrouwen en meisjes kunnen ervaren te ontdekken. Meer dan 700 mensen reageerden. In mijn andere recente studies zijn interviews opgenomen met vrouwen die zijn beschuldigd van verkrachting en mishandeling, interviews met therapeuten en ondersteunings-medewerkers die werken met vrouwen die zichzelf de schuld geven dat ze worden misbruikt of aangevallen én een complexe studie waarin ik een nieuwe psychometrische maat voor slachtofferbeschuldiging van vrouwen ontwikkelde en valideerde.

Echt… ik heb geen woorden voor het aantal ‘maar hoe zit het dan met’ reacties dat ik kreeg.

Hier zijn een aantal echte voorbeelden:
– ‘Denk je niet dat je seksistische overkomt in dit artikel door slechts over vrouwen te schrijven?’
– ‘Dit artikel is goed, maar waar zijn je studies over mannen?’
– ‘ik wil geen moord door de vingers zien hoor, maar denk je niet dat je bent bevooroordeeld, qua sekse, door je alleen maar zorgen te maken over de moorden op vrouwen?’
– ‘Je kunt wel zien dat de psycholoog die deze studie schreef een seksistische teef is die mannen haat’
– ‘Deze studie is belachelijk. Je hebt alleen maar zorg voor vrouwen! Hoe zit het met de mannen?’
– ‘Uw PhD zou afgenomen moeten worden. Dit is zo seksistisch. Geen van je onderzoeken is over mannen.’
– ‘Door alleen bezorgd te zijn over vrouwen, zeg je eigenlijk dat alle mannen verkrachters zijn.’
– ‘Dit is geweldig Jessica! Maar ik vraag me af of u nu een studie kan doen naar jongens en mannen, en waarom ze eigenlijk niet gelijk al werden opgenomen in deze studie?’
– ‘Waarom heb je je alleen gericht op vrouwen? Mannen kunnen evengoed misbruikt worden hoor!’
– ‘Hoe zit het met mannen, kut?’

En hier kan ik dus eindeloos mee doorgaan.

Sterker nog, ik deed een onderzoek, waarbij er een vrije-tekst vraag was om zelf iets toe te voegen en maar liefst 9% van de respondenten koos ervoor om dat vak te gebruiken om me te bekritiseren voor het niet onderzoeken van mannen. Ik zeg maar liefst, omdat het vrije tekstvak niet eens vroeg om commentaar en die 63 mensen waren nog steeds in staat om de ruimte te gebruiken voor hun ‘maar hoe zit het dan met’ reacties.
En nog eens 14% (meer dan 90 personen) maakten opmerkingen die gewoon smerig of onrechtmatig waren. Een man vertelde me dat mijn werk shit was en hij hoopte dat ik mijn promotie niet zou krijgen. Hij ondertekende nb. met zijn volledige naam en titel/functie; een academicus aan een universiteit. In mijn vakgebied! en deed er zelfs een paar xxx-jes bij!
Wat mij echt verbijstert is het feit dat ik dit soort gedrag /reacties nog nooit heb ervaren bij ‘The Eaton Foundation’.

Ik kan je geen honderden berichten of tweets geven van mensen die me vragen “en hoe zit het met vrouwen?” – omdat dit nog nooit is voorgekomen.
Ik heb geen verhalen over de keren dat we een hoop misbaar hebben ontvangen toen we breed onderzoek deden naar stigma voor geestelijke gezondheid bij mannen – omdat dit nooit is gebeurd.
Ik kan nu overschakelen naar het TEF Twitter-account en letterlijk alles over mannen schrijven en er zal nooit een vervelende reactie zijn. Onze Facebook-pagina heeft duizenden volgers en we krijgen nooit bedreigingen, scheldpartijen of wat dan ook.

Mijn eigen Twitterqaccount heeft momenteel ongeveer 4.5k volgers, maar mijn kleine Facebook-pagina heeft er slechts een paar honderd en ik krijg tussen de 10-20 beledigende berichten en opmerkingen per week – bijna uitsluitend opmerkingen over mij die zich richten op vrouwen en meisjes – wat er meestal toe leidt dat ik een ‘dikke, lelijke feministische kut’ wordt genoemd of zoiets welsprekends.

Zodoende ben ik daar eens over na gaan denken.
– Waarom volgt er geen misbaar als ik spreek en schrijf over mannen en jongens?
– Waarom wordt ik daarvoor juist geprezen?
– Waarom hebben we 6 liefdadigheid awards gewonnen en meer dan £300k in de eerste 18 maanden van de stichting ontvangen?
– Waarom ben ik daarvoor op elke TV-zender en radio in het Verenigd Koninkrijk geweest.
– Waarom kan ik studies en campagnes starten en video’s en oproepen voor TEF over mannelijke geestelijke gezondheid doen en ontvang ik NUL ‘maar hoe zit het dan met vrouwen’ opmerkingen?

– En waarom krijg ik schreeuwde en denigrerende reacties als ik zelfs maar een tweet durf te delen over geweld tegen vrouwen of statistieken over verkrachting of over vrouwen die vermoord zijn door partners?
– Waarom krijg ik honderden berichten en tweets per week waarin men mij vraagt: ‘Maar hoe zit het met de mannen?’

Dit is echt geen hogere wiskunde…
Vrouwen worden zó gesocialiseerd in hun genderrollen (genderrollen zijn schadelijk, ze verfijnen stereotype eigenschappen en verwachtingen toegewezen aan mannen en vrouwen om te voldoen aan een maatschappelijke norm) dat ze niet eens over een klein stukje van het idee van het recht dat mannen hebben, beschikken.
Vrouwen lezen niet over een campagne over mannelijke geestelijke gezondheid of mannelijk misbruik of mannelijke uitwassen en woede om vervolgens terug te tweeten “maar hoe zit het met vrouwen, jij kut ?!” gewoon omdat ze niet aan zichzelf denken wanneer ze het lezen. Ze ervaren de campagne niet als de beledigende twee vingers omhoog naar vrouwen.

Perfect voorbeeld: Movember.
Heb je ooit in je leven vrouwen gezien die de kick-off van dat Movember als seksistisch bestempelden? Of dat er werd gezegd dat de campagne ook vrouwen op moet nemen? Of dat het focussen op zaadbalkanker uitsluiting van vrouwen betekent? Nee! Ben je gek? Natuurlijk niet.

Tweede perfect voorbeeld: Zelfmoordcijfers bij mannen.
We weten dat zelfmoord de belangrijkste doodsoorzaak is bij jonge mannen van 18-35 jaar. Dit is het sterkste symptoom van een patriarchale samenleving waar emotieloze mannen worstelen om met trauma en gevoelens om te gaan, zich niet kunnen openen, zich niet veilig voelen om te praten en volledig overweldigd raken door emoties waarvan ze leren dat ze ‘vrouwelijk’ zijn, wat verder schaamte en stigma induceert.

In al mijn jaren heb ik nog nooit vrouwen zien deelnemen aan die campagnes die schreeuwden: “Vrouwen plegen ook zelfmoord, weet je !!” Of “Hoe zit het dan met vrouwen?”
En daartegenover staat…. Dames marsen. Kut hoeden. International Womens Day. Dode vrouwen tellen. VAWG (geweld tegen vrouwen en meisjes)-strategieën. Gezondheidsscreening voor vrouwen. Reproductieve gezondheid van vrouwen. De geestelijke gezondheid van vrouwen. Verkrachtingscampagnes. #metoo. … Er is ALTIJD iemand die zegt: “Hoe zit het dan met mannen?” … Bij al die kwesties. Het is zo zeker als belastingen en dood.
Het lijkt wel een deprimerende slogan die niemand wil:
‘Er zijn maar drie dingen in het leven waar u zeker van kunt zijn: belastingen, dood en een of andere omstander die roept ‘maar hoe zit het dan met mannen’? Iedere keer als je praat over de kwesties van vrouwen.’

Het ‘hoe zit het dan met mannen’ komt vanuit vrouwenhaat. Een arrogante, ontspoorde techniek die wordt gebruikt om te reageren op een campagne, video, onderzoek, interventie, organisatie of communicatie die schreeuwt ‘ik geef niet om vrouwen, laten we over mannen praten’ !!’

En het bewijs is glashelder voor mij. Want als ik al die dingen doe met een focus op jongens en mannen, ben ik een verdomde held. Maar toen ik al die dingen deed die zich richtte op meisjes en vrouwen, ben ik een dikke, lelijke feministische kut.

Dus ik moet iets anders uitleggen. Dit gaat nl. niet over gelijkheid; ‘maar hoe zit het dan met’ heeft niets te maken met gelijkheid. Het gaat er niet om ons eraan te herinneren dat ook mannen lijden. Maatschappelijke vraagstukken zijn niet gelijk.
Als ik een tweet schrijf over vrouwen die vermoord of verkracht zijn, ben ik niet de mannen te vergeten. Ben ik niet vergeten dat ook zij kunnen worden vermoord of verkracht. Heb ik ze niet per ongeluk uit mijn tweet gelaten.
Ik koos er gewoon voor om te praten over de ervaringen van vrouwen.
Het is niet nuttig, of slim, of bevorderlijk voor ‘gelijkheid’ te schrijven aan een onderzoeker die gespecialiseerd is in studies van de vrouw en haar in drie alinea’s te vertellen waarom ze moet zich richten op mannen.
Het is niet nuttig om ‘een vriendelijke herinnering te sturen, van “mannen kunnen ook verkracht worden, weet je”.
Als je dit leest en je weet dat je dit wel bij iemand hebt gedaan, denk er dan goed over na voordat je het opnieuw doet. Het helpt namelijk niet. Het ontspoort.

We hoeven mannen niet in elk gesprek dat we voeren te centreren. Vrouwen en meisjes zijn geldige entiteiten, onafhankelijk van mannen.
We moeten op een punt komen waar we over vrouwenkwesties kunnen praten en hetzelfde respect krijgen zoals wanneer we het hebben over mannenkwesties.

Tot die tijd is uw ‘maar hoe zit het dan met’ hier niet welkom.

Hoe zit het daar mee!