Een transitie was niet geschikt voor mij – is het dat wel voor iemand?
De afgelopen dagen (en nachten) heb ik nagedacht over sekse, gender en transitie, vanuit een persoonlijk en een meer globaal oogpunt.
Lange tijd heb ik in mijn hoofd de transrechtenbeweging gescheiden van de werkelijke transmensen, omdat ik, zelf een vrouw in transitie, me er niet door vertegenwoordigd voelde. Ik dacht dat het te ver was gegaan, en ik was gaan geloven dat er niet zoiets bestond als een redelijke aanvaardbare hoeveelheid transities of een aanvaardbare mate van wetsaanpassingen voor trans mensen. Maar de waarheid is, dat mensen zoals ik de trans-beweging hebben veroorzaakt.
Ik ben zeker geen kenner van de geschiedenis van de holebi’s en ik ben veel te jong om me dit zelf te herinneren, maar ik heb begrepen dat het grote publiek zich tijdens de AIDS-epidemie niet echt om het probleem bekommerde, zolang alleen homoseksuele mensen erdoor werden getroffen. Duizenden mensen waren zinloos gestorven voordat het geld begon te stromen om een geneesmiddel te vinden. De druk begon pas toen “normale” mensen begonnen te sterven.
Hoewel het geen perfecte analogie is, zijn er toch enkele gelijkenissen met een transitie. Mensen beginnen zich nu zorgen te maken omdat het nu “normale” kinderen treft, terwijl het vroeger beperkt bleef tot de historisch gemarginaliseerde, minderheidsgroepen – homo’s en lesbiennes, autisten en hetero’s die als pervers werden beschouwd. Mensen die al een gecompliceerde relatie met hun familie hadden en geen sociale steun hadden.
In mijn geval, toen ik in transitie ging, was ik al jaren sociaal dood, zonder vrienden, zonder hechte banden met mijn familie. Ik bracht lange weken door zonder met iemand te spreken, zonder mijn kamer te verlaten. Soms sliep ik wel 20 uur per dag omdat ik geen enkele reden had om op te staan.
Ik gaf mijn genderdysforie de schuld voor mijn staat van zijn. Maar nu vraag ik me af – wat dat in godsnaam betekent? Ik weet hoe ik me voelde, maar tot op de dag van vandaag ben ik er niet zeker van waarom ik me zo voelde. Het enige wat ik nu weet is dat ik ergens in het autisme spectrum zit, wat zich anders manifesteert bij vrouwen, en dat dat bijdroeg aan mijn gevoel van anders zijn. En toen ik in mijn vormende jaren zat, wisten ouders en leraren gewoon niet veel over autisme, en wisten ze niet hoe ze me moesten helpen. Ik was anders. Ik voelde me niet verbonden met iedereen en wist niet waarom. Ik was niet zoals de andere meisjes. Ik herinner me dat ik gepest werd door meisjes. Ik herinner me meisjes die deden alsof ze mijn vrienden waren, maar die me in mijn gezicht uitlachten en vroegen waarom ik dacht dat iemand bevriend wilde zijn met zo’n freak als ik. En ik herinner me dat ik geaccepteerd werd door de jongens, tot het punt dat ik één van hen was. Ik ging naar de jongens wc, speelde met hen op de speelplaats en deelde hun ruimtes op schoolreisjes wanneer geen enkel ander meisje dat mocht. En het was volkomen natuurlijk, er was gewoon een wederzijds begrip tussen ons. Deze ervaring bevestigde mijn innerlijke instincten: ik was niet zoals de andere meisjes, ik was meer zoals de jongens. Maar achteraf gezien, was dat onjuist. Ik heb nooit een jongensbestaan gehad – wat ik had was slechts een ervaring van een misbruikt meisje.
Jarenlang geloofde ik dat de afwijzing door meisjes en de bevestiging door jongens het bewijs was dat mijn genderdysforie een “legitiem” gevoel was. Ik heb eigenlijk nooit overwogen of het de oorzaak ervan kon zijn. Ik was extreem benauwd vanwege mijn puberteit, ik huilde ’s nachts en bad om veranderd te worden in een “normale jongen“. Maar God reageerde niet op die gebeden, ik begon te onderhandelen. Ik vroeg hem om mij kanker te geven, zodat mijn borsten en baarmoeder verwijderd zouden moeten worden. Ik was toen oud genoeg om te weten hoe pijnlijk en riskant dat zou zijn, maar op de een of andere manier leek het me wenselijker dan door de hel te gaan van me steeds meer afgesloten te voelen van mijn lichaam.
Het lichaam is jouw enig middel om in de wereld te opereren. Als je losgekoppeld bent van je lichaam, ben je losgekoppeld van de wereld. Je bent losgekoppeld van geluk, van liefde, van alles. Domme vragen als “wat is je gelukkigste herinnering?” lieten me altijd in verwarring, want ik had geen gelukkige herinneringen. Ik kon lachen. Ik kon even opgewonden zijn. Maar nooit, nooit gelukkig.
Ik werd kouder en apathischer, en suïcidaal. Ik probeerde zelfmoord te plegen toen ik amper 18 was. De verpleegster vroeg me of de reden van mijn poging een jongen was, en ik begon te lachen. Natuurlijk had ze een stom tiener romantisch drama in gedachten, maar ze ontdekte per ongeluk de waarheid die ik voor iedereen verborgen hield. Er zat een jongen in mij.
Ik kan me eerlijk gezegd niet meer herinneren hoe ik aan dit idee van een innerlijke jongen in mij gekomen ben. Ik was zo geobsedeerd door de gedachte dat ik gelukkig zou zijn als jongen of dat ik altijd al een jongen was geweest. Dit soort gedachten werd intenser toen ik als middelbare scholier het bestaan van transseksuele mensen ontdekte.
Het klonk logisch voor mij. Het idee dat je soms geboren kunt worden met een “verkeerd lichaam” leek mijn ervaring perfect te beschrijven. Het meer rationele deel van mij probeerde dit idee te verwerpen, maar ik raakte gefixeerd. Ik bleef zoeken naar informatie over het proces van een transitie. Urenlang keek ik naar foto’s van mensen die deze veranderingen ondergingen. Zij leken gelukkig, terwijl ik dat niet was.
Toen ik 19 was, kwam ik voor mijn moeder uit de kast als transseksueel. Ik denk dat ze opgelucht was. Ze wist dat ik al heel lang gebroken en ellendig was, maar nu hadden we allebei een antwoord zonder haar of wie dan ook de schuld te geven. Ik was gewoon zo geboren. Jaren van misbruik en verwaarlozing hadden er niets mee te maken.
Mijn moeder gaf me haar zegen over mijn transitie, maar zei ook dat ze daar niets van wist en dat ik het zelf maar moest uitzoeken. Ik was gekwetst, maar niet verrast, gezien onze geschiedenis. Ik vond haar gebrek aan kennis ook niet erg, omdat ik elk artikel over transseksualiteit dat in die tijd op het Poolse internet te vinden was, al gelezen had, dus ik wist wat ik moest doen.
Ik probeerde rationeel en eerlijk te zijn. Ik had nooit de intentie om tegen mijn dokter of psycholoog te liegen. Ik wist dat mensen dit deden, ze waren er vrij open over op transfora – dat je soms moest liegen, omdat artsen transfoob kunnen zijn en je een “verkeerde diagnose” kunnen geven. Ik wilde slimmer zijn dan dit. Ik wist dat er iets anders mis met me kon zijn. Ik wilde gewoon dat iemand me zou helpen.
In mijn land, moest je vooraf goedgekeurd worden door een psycholoog voor een HRT behandeling. Mijn psycholoog was … goed bedoelend. Ik denk dat ze me aardig vond. En misschien is dat wat me verklootte, want ze was vastbesloten om me gelukkig te maken en ze was er zeker van dat de transitie me gelukkig zou maken. Ik herinner me dat ik wat diagnostische testen met haar deed. Ik antwoordde ja op veel vragen die te maken hadden met schizoïde en schizotypische persoonlijkheidsstoornissen. Gaandeweg kon ik zien dat ze niet tevreden was met mijn antwoorden en, terwijl ik toekeek, bleef ze de vragen herschikken tot ze punten voor deze aandoening van mijn eindscore kon aftrekken – haar manier om HRT te rechtvaardigen en alle andere mogelijke uitkomsten te bagatelliseren. In mijn test bevestigde ik bijvoorbeeld dat ik praktisch geen genot kon voelen. Dus bleef ze vragen. Was ik in staat om plezier te voelen wanneer iemand die ik leuk vond me omhelsde? Nee. Was ik in staat om plezier te voelen wanneer ik een wandeling maakte op een zonnige dag, luisterend naar muziek die ik leuk vond? Nee. Was ik in staat om plezier te voelen wanneer ik goed en gezond voedsel at? Nee. Ok, ok. Maar hypothetisch, als iemand me in de winter in een meer had gegooid en ik was bevend van de kou thuisgekomen, zou ik dan geen plezier voelen, of op zijn minst een beetje opluchting nadat ik me had omgekleed en naast de radiator was gaan zitten? Nou, ik denk het wel. Dus dit is hoe ik plotseling absoluut niet-anhedonisch werd. Omdat ik het liever warm had dan onderkoeld te raken.
Ik heb ook een intelligentietest gedaan. Om de een of andere reden was ik ervan overtuigd dat ik ongelooflijk slecht presteerde. Voor mijn volgende bezoek nam ik mijn middelbare schooldiploma mee om te bewijzen dat ik niet zo dom ben en dat ik misschien gewoon mijn test opnieuw moest doen, maar mijn psychologe beweerde met een brede glimlach dat ik de hoogste algemene intelligentiescore van al haar patiënten had, ooit. Even later vertelde ze me dat uit de andere test was gebleken dat mijn gevoel van eigenwaarde erg laag is. En toen legde ze uit dat elke trans-patiënt problemen had met zijn gevoel van eigenwaarde. Het was een perfecte verklaring, nietwaar? Waarom zou een grappig, welbespraakt, creatief en, blijkbaar, uiterst intelligent meisje zo slecht over zichzelf denken? Er was niets mis met haar geest! Dus moet er iets mis zijn met het lichaam.
In korte tijd werd ik goedgekeurd door de psycholoog, en teruggestuurd naar de seksuologe.
Ze stelde me maar één vraag: “Ben je overtuigd?” Wel, niemand had ooit mijn overtuiging in twijfel getrokken, en niemand vond een andere reden waarom ik was zoals ik was. Ik was moe van deze constante pijn. Ik was 21 en ik wilde dat mijn leven begon. Ik wilde me gelukkig voelen. Dus, ik zei ja, ik was overtuigd! En ik was ervan overtuigd dat dit de enige manier was waarop ik gelukkig kon zijn.
Na een paar maanden HRT, begon ik aan de universiteit. Ik vond alle veranderingen leuk. Maar het probleem is dat er niets aan MIJ veranderde. Ik was nog steeds eenzaam. Ik was nog steeds ongelukkig. Maar ik was niet zo verschrikkelijk ongelukkig en … dat was iets? Ik bleef tegen mezelf zeggen dat ik gewoon geduld met mezelf moest hebben. Dat mijn reeds lang bestaande genderdysforie een blijvende impact had, maar dat uiteindelijk alles beter zou worden.
Een paar jaar later stopte ik met HRT, maar alleen om financiële redenen. Ik wist dat veel detrans mensen hun “aha!” moment realiseren als ze gedwongen worden om van de hormonen af te stappen. Dat was niet het geval voor mij. Toen ik voor het eerst stopte, was ik van plan om uiteindelijk terug te gaan. Toen de veranderingen in mijn lichaam begonnen te verdwijnen, baarde me dat zorgen. Ik had geen stemmingswisselingen, geen drastische gezondheidsverbetering. De enige veranderingen die ik waarnam waren puur lichamelijk.
Maar mijn sociale angst was erger dan ooit. Mijn depressie werd erger. Ik begon te denken dat mijn leven zinloos was en dat ik elk moment kon sterven en dat niemand het zou merken. Uiteindelijk besloot ik zelfmoord te plegen. Ik probeerde alles om me te helpen, maar niets hielp.
Maar toen begon ik te schrijven. Een van mijn kinderdromen was om schrijver te worden, hoewel ik nog nooit een boek had afgemaakt. Ik besloot het weer op te pakken en dat deed ik, maniakaal – fanatiek schrijvend aan een dom stadsfantasieverhaal met kwaadaardige sekteleden, magiërs, heksen en kikkers. Heel veel kikkers. Ik schreef alsof mijn leven ervan afhing en waarschijnlijk was dat ook zo. Het werd mijn anker, mijn enige motivatie om in leven te blijven.
Toen raakten twee meisjes die ik online had ontmoet geïnteresseerd in mijn boek en op de een of andere manier veranderden ze van mijn bèta-lezers en eerste fans in mijn beste vriendinnen. Mijn 27e verjaardag was de eerste keer in mijn leven dat ik besefte wat het betekende om gelukkig te zijn. Ik kreeg twee pakketten vol betekenisvolle cadeaus, zowel gekocht als met de hand gemaakt. Het was meer dan 10 jaar geleden dat ik van iemand een cadeau had gekregen. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik me geliefd voelde.
En toen werd ik lid van Twitter, omdat ik kwaad was over wat TRA’s deden met deze beweging. Ik had het gevoel dat de moderne transactivisten met me spotten. Wat bedoelen ze in godsnaam met “je kunt trans zijn en geen dysforie ervaren“? Dat “sommige mensen gelukkig zijn met hun geslacht, maar dat ze gewoon gelukkiger zouden kunnen zijn na transitie“? Of dat je non-binair kunt zijn, gender-fluïde? Kinderen transitie laten ondergaan, vrouwen dwingen hun alleen voor hen bestemde plaatsen te delen met mannen, homo’s en lesbiennes te schande maken voor heteroseksuele seks? Het was waanzin.
Dus ik was boos en ik had een missie. Om het woord “transseksueel” terug te vorderen, om deze “genderidentiteit” onzin te bestrijden. Ik heb mijn dysforie altijd als een mentale aandoening ervaren. Mijn hersenen geloofden om een onbekende reden dat ze in een mannelijk lichaam moesten zitten. Omdat ik mijn hersenen niet de mond kon snoeren, was het veranderen van mijn lichaam de enige manier waarop ik vrede met mezelf kon hebben. Mijn lichaam bleef vrouwelijk, maar door het mannelijker te laten lijken, kon ik in vrede door het leven gaan, toch?
Nee, verdomme nee. Ik was gestopt met HRT toen ik voor de eerste keer in mijn leven geluk ervoer. Ik was van HRT af toen ik mijn boek afkreeg. Ik had DIT niet nodig om een kleine stap uit de stagnatie te zetten. Ik had iets nodig waar ik al sinds mijn kindertijd naar snakte: liefde, begrip, oprechte bezorgdheid en het gevoel erbij te horen.
Ik begon te beseffen dat ik het niet erg vond als mensen me begonnen te ‘misgenderen’. Ik kan niet zeggen dat mijn dysforie wegging, want dat deed het niet. Ik voel me zo ongemakkelijk als stront met sommige van mijn lichaamsdelen, maar… het werd aanzienlijk gemakkelijker te hanteren dan het eerder was geweest.
En ik zou gelukkig kunnen zijn. Ik zou gelukkig kunnen zijn!
Dus waarom zou ik ooit doorgaan met al die dingen die me niet echt hielpen, die alleen maar de potentie hadden om me ziek te maken?
Het is zo duidelijk en nu voel ik me zo dom. Ik wilde mezelf presenteren als een soort trans-succes, maar het is eerder een trans-niet-complete-mislukking. Ik dacht altijd dat transitie mijn leven redde en tot op zekere hoogte deed het dat ook. Het hield de jongere, verdrietige en absoluut suïcidale ik bezig met mijn obsessie voor gender. Het gaf me hoop dat er een remedie WAS voor mijn aandoening. Maar uiteindelijk viel er niets te genezen, alleen iemand om van te houden.
Dus hier ben ik, een 27 jarige die bijna mijn hele leven sociaal verstoken is geweest, nog steeds gebroken en verloren. Een mislukte trans-apologeet. Ik geloofde dat transitie “goed” was voor sommige mensen. Nu denk ik dat het shit is en ik heb niet eens echt spijt van de transitie. Ik heb geen spijt van welke verandering dan ook die in mijn lichaam is aangebracht. Als ik nooit van de hormonen was afgekomen, had ik me waarschijnlijk nooit gerealiseerd dat mijn mentale toestand verbeterde om redenen die niets met de transitie te maken hadden. Ik zou uiteindelijk een trans-succesverhaal kunnen zijn zonder te weten, dat het eerder een ik-en-andere-mensen-succes-verhaal is.
Dus dit is mijn probleem met al deze trans-apologen. Ik weet dat het vaak redelijke, aardige mensen zijn. Ze verdienen respect. Ik begrijp waarom ze dit doen.
Maar ze verkopen nog steeds het idee dat “voor sommige mensen een transitie gunstig is“. Dat we gewoon betere diagnostische methoden nodig hebben.
Dit is shit. Het helpt niemand. Nu denk ik dat het in het beste geval niet “veel” kwaad doet voor een zeer specifieke groep mensen. Dat die mensen op een stimulerende manier hun lichaam veranderen en er leren mee om te gaan.
Ik ben geen typisch ROGD kind waar mensen zich zorgen over zouden kunnen maken. Ik ben wat mensen vaak in gedachten hebben als ze zeggen “mensen met echte genderdysforie“. Ik heb daadwerkelijke genderdysforie en ik ben in transitie gegaan. En ik geef toe na vele dagen van denken: dit is shit.
Weet je dat sommige mensen beweerden dat lobotomie hen een gevoel van vrede gaf? Denk je dat het moreel zou zijn om toen te denken: “lobotomie is niet ok op grotere schaal, maar sommige mensen denken dat het heilzaam voor hen was, dus misschien… redelijk aantal lobotomieën of alleen voor hen die er geen spijt van zullen krijgen?” Als het niet oké is voor jouw hetero meisje, dan is het ook niet oké voor mij, een raar autistisch kind dat “nooit zoals andere meisjes was“. Het is niet oké voor hetero vrouwen. Het is niet goed voor homo’s, het is zelfs niet goed voor mannen met fetisjen waar iedereen schijt aan heeft. We verdienen allemaal gezonde, integrale lichamen. We verdienen allemaal WERKELIJKE hulp. Onze problemen moeten onder ogen gezien worden, jij transfereert ons gewoon weg.
En velen van ons overleven dit niet. Ik probeer me iedereen te herinneren met wie ik persoonlijk gepraat heb en die een trans-succesverhaal zou kunnen zijn. Eén jongen leek zo gelukkig met zijn transitie. Maar hij werd weggeschopt door zijn ouders. Hij was zo arm dat hij zijn insuline niet kon betalen, werd daardoor blind en raakte bijna in coma. Waar is hij nu? Ik weet het niet, want op een dag maakte hij bekend dat hij gediagnosticeerd was met multiple sclerose. Hij verliet de transgemeenschap om zich op zijn gezondheid te concentreren. Ik heb nooit meer iets van hem gehoord.
Een ander zag er gewoon prachtig uit na de transitie. Het enige wat ik kon zien was een knappe, jonge man. Hij was zo actief, erg sportief, hij had een mooie vriendin. En toen onderging hij een hysterectomie die slecht afliep. Hij bleef achter met chronische pijnen die alles van hem wegnamen. Hij kon geen seks hebben, hij kon geen enkele activiteit uitvoeren, en hij werd gehandicapt achtergelaten. De dokters zeiden dat ze niet wisten of de pijn ooit zou stoppen. Op een dag schreef hij op een trans forum dat hij aan zelfmoord dacht. Nooit meer iets van hem gehoord.
Veel detrans-mensen zeggen dat de transitie voor hen een vorm van zelfverminking was. Voor mij niet. Ik voel me nog steeds niet bijzonder geschaad door de HRT – misschien omdat sommige veranderingen al ongedaan waren gemaakt. Misschien omdat mijn autistische hersenen seks anders verwerken. Maar vooral omdat het me niet kan schelen of mensen in de war zijn door mijn uiterlijk of mijn stem. Het punt is: het maakt niet uit dat ik echt de voorkeur gaf aan hoe ik eruit zag. Het was niet heilzaam. Het was niet therapeutisch.
Ik vroeg alleen maar om hulp. Ik vroeg om hulp sinds ik een kind was en ik kreeg het nooit van een medische professional. De jaren die ik heb doorgebracht denkend dat ik mezelf hielp zijn verloren. Ik ben nu 27. Mijn kindertijd, mijn adolescentie en mijn jongvolwassen jaren zijn weg en voor altijd verspild. Dit is iets dat ik voor altijd zal betreuren. Dit is iets wat ik nooit zal vergeven.
We moeten toegeven dat alle transmensen, hoe redelijk en aardig ze ook zijn, mishandeld en misbruikt zijn door de gezondheidszorg. Dat, ook al voelen ze zich nu in vrede, ze er een afschuwelijke prijs voor hebben betaald. Je lichaamsdelen wegsnijden en jezelf op een experimentele hormonale therapie zetten die je levensduur waarschijnlijk met minstens 10-15 jaar zal verkorten, alleen maar om je niet benauwd te voelen? Hoe kan dit een goede therapie zijn voor iemand? Ik weiger te aanvaarden dat het de enige optie is of ooit geweest is. Dat zijn lobotomie succesverhalen.
Ik ben dankbaar en vol respect voor al deze dappere, meelevende mensen die voor de kinderen vechten. Ik begrijp alleen niet waarom er niemand was om voor mij te vechten. Waarom niemand zich zorgen maakte over wat me hiertoe gedreven heeft. Waarom “genderdysforie” een algemeen aanvaard antwoord was.
Zo, ik was altijd slecht in eindes. Ik denk dat HET EINDE genoeg moet zijn. Nu moet ik uitzoeken wat ik met mijn leven moet doen. Ik ben niet bang. Ik voel me alleen verraden en boos. Ik moet iets ontdekken dat diep begraven werd door gezondheidswerkers die me zouden moeten helpen. Ik moet ontdekken wat het betekent om mezelf te zijn.
Voor meer informatie van deze auteur, ga naar @czarnages on Twitter.
Artikel via Cry for Recognition
Heel sterk dat je dit verhaal deelt! Mijn steun heb je.
Alsof ik mezelf hoor (ik ben zelf ook autistisch (asperger/laag in het spectrum)), de tirades, de woordkeuze, de lange teksten, heerlijk. Met deze energie kan je veel mensen inspireren, en hopelijk doe je dat ook.